zondag 19 oktober 2014

Het geven van feedback

Het geven van feedback is onmisbaar om onze leerlingen te motiveren.
Er zijn verschillende soorten feedback. Een veelgebruikte indeling is de volgende:

• Positieve feedback: bijvoorbeeld door een compliment geven voor een goede prestatie, plus uitleggen waarom de leerling goed heeft gepresteerd,

• Constructieve feedback: vertellen hoe de leerling het de volgende keer beter zou kunnen doen en

• Negatieve feedback: alleen maar vertellen wat er verkeerd ging, zonder alternatief of oplossing.

We concentreren ons op positieve feedback. Sommige docenten zijn er als de kippen bij om hun leerlingen te vertellen wat ze fout doen.
Maar ze vergeten hen te prijzen bij goede resultaten. Het is onmogelijk om leerlingen te motiveren zonder hen te prijzen voor wat ze hebben bereikt. Houd daarom voortaan de volgende uitdrukking in uw achterhoofd: ‘Probeer uw leerlingen eens te betrappen op het doen van iets goeds.’

Essentieel bij het prijzen van uw leerlingen is dat u het meent en dat u het overtuigend brengt. Dat geldt zeker voor leerlingen die niet gewend zijn aan complimenten of een wankel zelfvertrouwen hebben.

We geven vier tips, in de vorm van een probleem, gevolgd door de oplossing.

• Probleem 1: de leerling kan uw positieve commentaar niet geloven.

Oplossing: Bewijs dat het u menens is. ‘Die presentatie was zo goeddat ik wil dat je ook de volgende doet.’

• Probleem 2: Uw leerling begrijpt niet waarom u vindt dat hij goed werk heeft geleverd.

Oplossing: Leg uit waarom u denkt dat het zo goed was. ‘De uitvoering / presentatie van deze opdracht was perfect, want…’

• Probleem 3: Uw leerling denkt dat hij gewoon geluk heeft gehad.

Oplossing: Suggereer dat zijn of haar prestatie een aangeboren eigenschap is. ‘Jij bent een natuurtalent in het voordragen…’

• Probleem 4: Uw leerling kent zijn of haar eigen potentieel niet.

Oplossing: ‘Jij bent zo’n geweldige voordrachtskunstenaar dat je wel nieuwslezer zou kunnen worden.’

Maar bedenk wel: ‘beter geen lof dan onoprechte lof!‘


Een andere valkuil is het koppelen van lof aan kritiek. Bij het motiveren van leerlingen zijn de volgende woorden taboe: ‘eigenlijk’, ‘maar’ en ‘hoop’. Ze ondergraven het positieve effect van uw lof. Zoals in: ‘Eigenlijk heb je dit wel goed gedaan, maar ik vind het
jammer dat je er zo veel tijd voor nodig hebt gehad en ik hoop dat het volgende keer iets sneller kan.’ Uw leerling zal dit niet interpreteren als een compliment. Integendeel!

Een betere manier om negatieve prestaties of gedrag positief te benaderen is ombuigen. De auteur Ken Blanchard beschrijft deze techniek in zijn boek De Orka award. Hij liet zich daarbij inspireren door de technieken die orkatrainers gebruiken. Ombuigen is zo’n techniek: geen energie steken in negatief gedrag, maar de aandacht ergens anders op richten. Zo creëren ze situaties waarin ze de Orka’s wel positief kunnen benaderen. Een voorbeeld: als er tijdens de show iets misgaat, herhalen de trainers de truc direct, zodat de orka nog een keer de kans krijgt om het goed te doen. Op andere momenten wordt de aandacht van de orka naar iets anders geleid, iets dat hij goed kan en graag doet. De vertaling naar een werksituatie, levert het volgende voorbeeld op:

‘Jan, ik weet dat je wat problemen hebt met het nieuwe hoofdstuk bij wiskunde. Daarom heb ik gevraagd of Janine je een handje wil helpen.’ (...) Even later: ‘Goed gedaan, Jan. De uitwerking van de opgave die je hebt ingeleverd, laat zien dat je het onder de knie begint te krijgen. Laat het weten als er nog vragen zijn.’

Bij een goede prestatie dienen leerlingen een positieve feedback, door:

• leerlingen onmiddellijk te belonen,

• expliciteer wat ze goed of bijna goed doen,

• laat uw eigen positieve gevoel daarover merken en

• moedig hen aan op die goede manier door te gaan.